Daarom zijn zij voor de troon van God, en dienen Hem dag en nacht in Zijn tempel.
Openbaring 7:15a
De apostel Johannes ontvangt vanuit zijn verbanningsoord op Patmos een vergezicht, een blik in de hemel. Vertroostend, onderwijzend was dat voor hem. De grote schare zien die niemand tellen kan, hoewel ze door God één voor één van eeuwigheid geteld, verkoren zijn en met name bekend zijn. Maar voor Johannes ontelbaar. Gelukkig maar. Wij zouden verkeerd tellen. Laten wij het telwerk maar aan de Heere over. Onze zorg moeten zijn dat wij daar ook zullen komen en zullen zijn voor de troon en het Lam.
Velen willen wel naar de hemel, maar niet iedereen wil de weg naar de hemel bewandelen. Velen willen het leven van de goddelozen leven en de dood van de rechtvaardigen sterven. Is dit uw ijdele hoop? Waarom voor de troon? Hoe komen al die mensen uit alle natiën en geslachten en talen en volken daar? En vanwaar komen ze? Het antwoord lezen we:
Zij komen uit de grote verdrukking en ze hebben hun lange klederen gewassen en wit gemaakt in het bloed van het Lam (vs. 14). Daarom zijn zij voor de troon van God. Allen komen uit de grote verdrukking.
Gods kinderen zullen verdrukkingen hebben. De liefde zal verkoelen. De antichrist zal zich steeds meer openbaren. De valse Christussen zullen zich meer opdringen. De gezonde leer zal men niet meer verdragen. Men zal die inruilen voor iets nieuws. Indien het mogelijk is, zal men zelfs de uitverkorenen verleiden. Dat zijn de verdrukkingen van buiten. Maar er zijn ook de verdrukkingen van binnen.
De benauwdheid en droefenis, de banden van de dood. De strijd tegen het eigen ik. Gods kinderen weten van die verdrukkingen. U zult ze hebben, maar eens ervan verlost worden!
Een lichte verdrukking die zeer haast voorbij gaat. Zijn ze daarom voor de troon? Omdat ze zoveel geleden en gestreden hebben? Nee! Niet om hun lijden en sterven, maar om het lijden en sterven van het Lam Gods.
Een fontein is daarom door en in Hem geopend tegen de zonde en de onreinheid (Zacharia 13:1).
En als we de ontelbare schare voor de troon kunnen vragen wat ze dan hebben gedaan op aarde waardoor ze nu voor de troon zijn, dan zullen zij allen eensluidend belijden: wij hebben onze onreine klederen wit gemaakt in het bloed van het Lam Gods. Niet door onze inspanningen en activiteiten, maar door Zijn volbrachte werk. Want de Heere heeft ons genodigd: ,,Komt dan, en laat ons samen rechten, zegt de Heere, al waren uw zonden als scharlaken, zij zullen wit worden als sneeuw, al waren zij rood als karmozijn, zij zullen worden als witte wol", Jesaja 1:18. En wij hebben gebeden: ,,Was gij mij geheel, zo zal ik witter zijn dan sneeuw, die vers op het aardrijk neerviel", Psalm 51.
Daar ligt de kern van het geestelijk leven. De verzoening met God door het bloed van het Lam. Vergeten we dat niet in onze tijd met alle godsdienstijver. De mens die het zelf doet. In zulk een doe-het-zelf theologie, is er geen plaats voor de Christus der Schriften. Mag ik u vragen: Heeft u uw klederen gewassen in het bloed van het Lam Gods? Zie, het Lam Gods dat de zonden der wereld wegdraagt!
U bent onrein! Hij rein! Hij nodigt u te komen. Laat Hem Zijn Koninklijke, Zijn Priesterlijke, Zijn Profetische gang gaan in uw leven. Laat uw einde niet zijn zoals die éne man uit de gelijkenis die met zijn eigen pakje meende aan te kunnen zitten aan de bruiloftsmaaltijd. Hij werd gebonden en buiten geworpen in de buitenste duisternis. Laat uw einde zijn zoals van de grote schare. Dat is God te dienen dag en nacht in Zijn tempel. Hier op aarde is daar een begin mee gemaakt... God te dienen. Maar zo vaak een verstoorde 'eredienst', maar straks ongestoord en volmaakt, eeuwige eredienst. Mag u door het geloof uzelf zien onder hen die van alle windstreken aankomen door Godd'lijk licht geleid? Zij komen aan, om eeuwig thuis te zijn, voor de troon en voor het Lam.
Ds. A.J. Schalkoort