Dagelijks Woord

Meer over Gemeente

Meditatie: Wijs of dwaas?

24 november 2023

En vijf van hen waren wijzen en vijf waren dwazen. (Mattheüs 25 : 2)

Als de Heere Jezus wederkomt dan zal er een scheiding plaatsvinden. Een scheiding tussen wijs en dwaas. Wie zijn de wijzen en wie de dwazen? De wijzen zijn allen, die door een waar geloof aan de Heere Jezus zijn verbonden. De dwazen zijn allen, die de Heere Jezus in hun leven hebben verworpen. Die niet wilden, dat Hij Koning over hen zou zijn.

De Heere rekent anders dan wij. De wijsheid van de wereld is bij God juist dwaasheid. Het ware leven is zelfs voor de wijzen verborgen, maar geopenbaard aan Zijn kinderen. Gods kinderen leven voor de eeuwigheid. De dwazen leven voor de tijd. Nu hebben wijzen en dwazen veel met elkaar gelijk. Toen de wijzen en de dwazen op weg gingen was er geen verschil. Ze hadden alle tien een lamp en alle tien lampen waren brandende.

Het had er alles van weg, dat ze hetzelfde doel hadden: de Bruidegom tegemoet. In één ding verschilden ze echter. De wijzen hadden nog extra olie meegenomen, de dwazen niet. Het valt dan ook niet mee om onderscheid te maken tussen de ware gelovigen en de geveinsden. Ze komen allemaal in de kerk. Ze zingen dezelfde psalmen. Ze horen dezelfde preek. Zitten zelfs met elkaar aan de dis van het verbond. En toch…en toch…wijzen en dwazen.

Ze spreken dezelfde taal. Alleen spreken de geveinsden de wijzen na. De geveinsden spreken zelfs van overtuiging van zonden, van vrede in Christus, maar houden intussen het hart ver van Hem. Ze doen ook dezelfde gebeden. Het lijkt heel wat. Maar…ze hebben de naam te leven, maar ze zijn dood. Velen hebben de schijn opgehouden en zullen straks roepen: “Heere, Heere, doe ons open”. Helaas is het dan te laat. Voor eeuwig te laat.

De dwazen gaan met de wijzen mee en gaan de Heere Jezus tegemoet. Ze verlaten voor een tijd de zonde en toch hebben ze geen deel aan Christus. Ze zullen in het jongste gericht van de wijzen worden gescheiden. Bij de wederkomst van de Heere Jezus komt openbaar wie wijs en wie dwaas is. Dan hebben de dwazen geen olie in de lampen.

Hebt u voldoende olie in uw lampen? Anders zullen we voor een gesloten deur komen te staan. Al ons kloppen zal dan vergeefs zijn. Het zal dan klinken : Ik ken u niet. Dan zullen de verontschuldigingen komen.

Hebben we niet in Uw Naam geprofeteerd? Ik ken u niet!
Hebben we niet in Uw Naam duivelen uitgeworpen? Ik ken u niet!
Hebben we niet in Uw Naam vele krachten gedaan? Ik ken U niet!
Ik ben toch altijd naar de kerk gegaan? Ik ken u niet!
Ik ben toch gedoopt? Ik ken u niet!
Ik ben toch aan het Avondmaal gegaan? Ik ken u niet.
Dat zal wat zijn om dan eeuwig buiten te moeten staan. En dan binnen te horen zingen van Gods goedertierenheên.

Er zal niets zijn waarop een mens zich zou kunnen voorstaan. Daarom moeten we onszelf de vraag stellen : ben ik wijs of dwaas? Ben ik het geloof deelachtig dat Christus verwacht? Dat geloof leert twijfelen aan alles wat van onszelf is, maar twijfelt niet aan Hem, Die het geloof gewerkt heeft door Zijn Geest. Onderzoek uzelf dan ook nauw. Daarom komt tot ons de opdracht : waakt! Zo waakt dan, want gij weet de dag niet, noch de ure, in dewelke de Zoon des mensen komen zal.

Letterlijk staat er : blijf wakende. Het is een hartelijke oproep nu het nog het heden der genade is. Wanneer de Heere Jezus wederkomt weet ik niet. Het moet voor Gods kinderen voldoende zijn te weten, dat Hij komt.

Hij komt, Hij komt om d’ aard te richten,
de wereld in gerechtigheid,
al ‘t volk daar ‘t wreed geweld moet zwichten,
wordt in rechtmatigheid geleid.


Hij komt. Dat legt een tucht op onze dagen en nachten, over ons waken en ons slapen. Daarom mogen we u oproepen : verwacht de dag des Heeren. Eenmaal moeten we onze taak hier beëindigen als de laatste dag van ons leven aanbreekt. Dan moeten we alles hier achter laten. Wat groot als we hier dan een biddend en verwachtend leven mogen kennen vanuit de verborgen omgang met de Heere God. De Heilige Geest geeft Gods kinderen hier af en toe al een voorsmaak van het zalig hemelleven. Dan mogen we hier reeds een begin van vrede, vreugde en gemeenschap met God kennen. Alleen de wijzen gaan in tot de bruiloft. Dat is een bruiloft zoals we er nog nooit één hebben meegemaakt. Luther mocht er al van zingen : wij gaan ter bruiloft in en erven koninkrijken. Dat mag heel Gods kerk ook weten. Ze mogen weten, dat Christus voor hen gekomen is. Hij heeft hun boeien losgemaakt en hun schuld op Golgotha weggedragen. Dan gaan we verlangend uitzien en zingen:

God des levens ach wanneer,
zal ik naderen voor Uw ogen,
in Uw huis, Uw Naam verhogen?


Die bede maakt ons wakende en biddende: Maranatha, Heere Jezus, kom haastig!

Ds. H. Verheul

  • © hersteld hervormde kerk 2024

Heeft u vragen over het geloof?

Open Sluit