"Wat zullen wij doen, mannen broeders?" - Handelingen 2:37b
Dat moet Petrus en de andere apostelen wel als muziek in de oren hebben geklonken: "Wat zullen wij doen...?" Als mensen na de kerkdienst met vragen komen! Wat een zegen! Nee, ze hadden geen commentaar, zo van: de dienst was te lang of te kort, de dominee, de organist of de koster deed dit of dat verkeerd, het was te koud of te heet. Door zulke opmerkingen komen we openbaar als mensen vervuld met alles behalve de Heilige Geest.
Pinksterfeest. Drieduizend kerkgangers krijgen, zoals dat weleens terecht gezegd wordt: de schuldbrief thuis. De Heilige Geest gebruikt de ontdekkende prediking van Petrus om harde harten te verbrijzelen. Op de Pinksterdag houdt Petrus een Paaspreek. Het eerste gedeelte van die preek eindigt bij vers 36. Ontdekkend zijn de laatste woorden: "Zo wete dan zekerlijk het ganse huis Israëls, dat God Hem tot een Heere en Christus gemaakt heeft, namelijk deze Jezus, Dien gij gekruist hebt." En door dit woord treffen de pijlen van Koning Jezus 3000 vijanden in het hart.
Zalig is het als we als vijanden van het kruis openbaar komen, om als vijanden door het kruis met God verzoend te worden. En nu komen die verslagenen bij de apostelen terecht. Zij komen bij de dragers van het Goddelijk woord. De Heilige Geest brengt altijd bij en in het Woord Gods.
"Wat zullen we doen, mannen broeders?" Willen ze wat doen? Van huis uit willen we dat doen om in het reine te komen met God. Werken vanuit een verbroken werkverbond. Eigen zaligheid verdienen met ons doen. Doe-het-zelvers die we zijn! Zelfs degenen die waarlijk door Gods Geest verslagen zijn, hebben weinig oog voor de Christus der Schriften.
Wat moeten wij doen? Nee, Petrus zegt niet: ga maar naar huis en ga je leven verbeteren. Probeer naar Gods geboden te leven. Je moet maar veel bidden. Misschien zal God je aannemen.
Nee, dat verkondigt Petrus niet. Wat zegt hij? "Bekeert u en een iegelijk van u worde gedoopt in de Naam van Jezus Christus, tot vergeving der zonde." (vers 38). Zij moesten dus niets doen. Want de Knecht des Heere heeft alles gedaan, opdat uitgewerkte zondaren, vermoeiden en beladenen, rust zullen vinden in Hem. En de Pinkstergeest is het Die ons doet toe-eigenen hetgeen wij in Christus hebben!
Hij brengt de liefdesband aan tussen de Bruidegom en de zwarte bruid. Hij verlost uit de diepte der ellende opdat Gods Naam geprezen zal worden (vers 47).
Is het zo Pinksterfeest voor u geworden? Weten wij van het doorwonden van onze harten door de Heilige Geest? Of vindt dat niet nodig? Over schuld en ellende moeten we het maar niet al te veel hebben. Zullen wij het beter weten dan de Heilige Geest Die gekomen is om te overtuigen van zonde? Zonder dit werk zal er nooit plaats in ons leven zijn voor Christus. Dan dienen we een Jezus van eigen inzicht.
Maar Jezus Die door de Heilige Geest verheerlijkt wordt, is een volkomen Zaligmaker. Bij wie past deze volkomen Zaligmaker? Bij volkomen rampzalige mensen. Wat moeten wij doen? Wij weten niet meer hoe we zalig moeten worden. We zijn de weg, de waarheid en het leven kwijt! Wat nu te doen? Daar is maar een antwoord! Hij, Die de Weg de Waarheid en het Leven is. De Heilige Geest is uitgestort om u te brengen bij deze Christus en om u eeuwig bij Hem te houden, om eeuwig met Hem te leven. Dat leven met Christus komt openbaar in de vruchten. (Leest u de verzen 41-47).
Zo wil de Heere ook vandaag tot de Gemeente toedoen, die zalig worden, Gode tot eer!
Ds. A.J. Schalkoort