Meditatie 'Mijn b/Beminde'

11 oktober 2024

Jeremia 11:15a: “Wat heeft Mijn beminde in Mijn huis te doen?”

Mijn beminde… zo noemt de HEERE God het volk Israël. Tastbaar werd deze liefde toen Hij Israël uit de ijzeroven van Egypte verloste. Hoorbaar, toen Hij (vers 4) hen bij Sinaï ontmoette, heel persoonlijk, met hoorbare stem. Hij gaf hen een trouwring, Zijn geboden, ingegrift in steen. Met daarbij het liefdevol verlangen: “Wees Mijn stem gehoorzaam, in alles wat Ik ulieden gebied.” Luister niet naar stemmen van andere minnaars, maar naar Mij alleen. Ofwel een beminde, die Hem bemint door Hem te gehoorzamen. Hij belooft: “Dan zult u voor Mij tot een volk zijn, en Ik zal voor u tot een God zijn.”
Maar wat is dat op een teleurstelling uitgelopen. In vers 8 zegt de HEERE: “Maar zij hebben niet gehoord.” Zij hebben niet eens de moeite genomen om hun oor te luister te leggen bij Zijn woorden. Zij hebben gewandeld naar het goeddunken van hun eigen boze hart. En dat heeft de toorn van de Bruidegom opgeroepen. Hij riep vol geduld: “Hoort naar Mijn stem!” Telkens dwaalden zij van Hem af. Een beminde, die enthousiast opspringt als ze kwaad doet (vers 15b). Een beminde… die zich eerst aan anderen heeft gegeven… en dan bij haar Bruidegom in huis komt om Hem ook wat aandacht te geven of van Hem te ontvangen. Hij is wel nabij in hun mond, maar ze verlangen niet naar Hem (12:2). Maar volmaakte liefde verdraagt geen ongedeeld hart. Liefde toornt als de liefde gedeeld wordt. Nu heeft de HEERE Zijn beminde, Israël, weggezonden in een vreemd land. Hij wil ze niet meer in huis hebben. “Ik heb de beminde van Mijn ziel in de handen van haar vijanden gegeven.” (12:7) Nog steeds: de beminde!
Maar, Hij kastijdt Zijn volk niet eindeloos. Toen zij zich schuldig kenden, dacht Hij aan Zijn verbond, en bracht Hij ze weer thuis. Mijn beminde… nog steeds. Hij weet dat Hij niets van het volk Israël kan verwachten. Dat komt niet goed. Daarom kwam de Beminde: Jezus Christus. Toen Hij gedoopt werd sprak God: “Deze is Mijn Zoon, de Beminde(!), in Dewelken Ik Mijn welbehagen heb.” (Mattheüs 3:17) De Beminde, Die de liefde van Zijn Vader beantwoordde met wederliefde. Het was Zijn lust en Zijn leven om al Zijn geboden altijd in acht te nemen. Vele wateren van lijden, van sterven, konden die liefde niet uitblussen, zelfs de schandelijke kruisdood niet. Hij, de Beminde des Heeren, beminde Zijn Vader zoals Israël Hem had moeten beminnen. In hun plaats… Vader, laat Mij het dan maar doen… aan Mij zult U niets tekort komen. En die liefde won het! Het graf brak open, en Hij stond op! Hij leeft.
En zendt boodschappers van een goede tijding. Jezus is Mijn Beminde. Zijn zelfopofferende liefde (kijk naar het kruis!) wint zondaren in voor God. Het trekt je bij de afgoden vandaan, en doet je buigen voor God. Zoals Simeon met Jezus in Zijn armen, God loofde. In Christus mag je weten dat je door God bemint bent, geliefd bent. En God garandeert dat wij Hem ook beminnen, door Zijn liefde in ons hart uit te storten door de Heilige Geest te geven. Zo komt het ervan dat je God gaat beminnen, blijft beminnen, en dat uit in gehoorzaamheid aan Gods geboden. Wat Jezus verlangen was, wordt ook ons verlangen: “Dit is Mijn spijze, dat Ik doe de wil van Hem Die Mij gezonden heeft.” Aan die gehoorzaamheid aan Hem ziet Jezus dat je Hem liefhebt. (Joh. 14:15)
En toch… hoe vaak gaat het niet mis, en krijgen de afgoden van ons hart onze liefde, onze tijd en onze energie? Daarom zegt Jezus ook in Johannes 15:9: “Zoals de Vader Mij liefgehad (bemind) heeft, zo heb Ik ook u liefgehad; blijft in deze Mijn liefde.” Terug naar Hem! Belijd uw schuld aan Hem. En verwonder u opnieuw: Zijn liefde duurt in eeuwigheid! Blijf in deze Zijn liefde. Zouden in deze grond de bloemen van onze liefde niet gaan groeien?
En Israël dan? Israël blijft Gods beminde. En die liefde is anno 2024 niet minder geworden. “Aangaande de verkiezing zijn zij beminden omwille van de vaderen; want de genadegiften en de roeping van God zijn onberouwelijk.” (Rom. 11:29) Al zijn de meesten van hen nu nog vijanden van Christus, eenmaal zullen zij barmhartigheid verkrijgen wanneer Jezus komt. Laat de trouw van God aan Zijn verbond onze hoop zijn in deze bange tijden!