'Indien iemand de Heere Jezus Chnstus niet liefheeft, die zij een vervloeking: Maranatha!'
1 Korinthe 16:22
De eerste brief aan de Korinthiers is geschreven door Sosthenes, die in de aanhef wordt genoemd, terwijl Paulus onder de inspiratie van de Heilige Geest, deze brief aan hem dicteert. Maar nu aan het slot, voegt de apostel met eigen hand enkele regels aan zijn brief toe (vanaf vs. 21).
Met niet-mis-te-verstane woorden schrijft hij: 'Indien ieman¬d de Heere Jezus Christus niet liefheeft, die zij een vervloeking'. Die zij anathema, d.i. een verbanneling, een afgesneden, die is vervloekt. Waarom gaat Paulus zo tekeer? Drijven haatgevoelens hem? Nee, integendeel. De liefde Gods en de liefde voor de gemeente en de schrik des Heeren drijven hem.
Daarom laat hij deze ernstige waarschuwing horen. Want in Korinthe zijn er gemeenteleden die zich schuldig maken aan het niet liefhebben van Christus. Hoe weet Paulus dat? Dat komt openbaar (en leest u deze brief er maar op na) in de onderlinge verdeeldheid, in de zedeloosheid, in de rechtszake¬n tussen broeders voor wereldse rechters, in het onteren van het huwelijk, in het ontheiligen van het Heilig Avond¬maa1, in het misbruiken van de Christelijke vrijheid, in de emancipatiedrang, in het loochenen van de opstanding van de doden.
Jezus Christus haten is Zijn gebod niet bewaren. Dat komt openbaar in het verwerpen van de Christelijke leer en levenswandel. Het lijkt wel alsof Paulus onze tijd en onze gemeenten kent en dat hij de vervloeking uit¬spreekt over al wie Christus niet liefheeft. Weest u ervan overtuigd, dat Paulus' brief en heel het Woord Gods gezaghebbend is ook voor onze tijd. De Bijbel omspant de eeuwen. Het is het profetisch Woord, dat voor geen tweeërlei uitleg vatbaar is! Of u zou moeten behoren tot de verlichte geesten die beweren dat ze beter en meer weten dan Paulus. Die een Jezus' beeld hebben gemaakt helemaal aangepast aan de eisen des tijds en waarbij je onder de mom van medemenselijkheid en barmhartigheid jezelf kunt uitleven. Wat zegt Paulus daarvan? Die zij een vervloeking. Is dat niet al te streng en al te onbarmhartig? Weet u wat onbarmhartig is? Als we het Woord gebruiken als een vrijbrief om te doen waar we zin in hebben. Als we barmhartiger willen zijn dan God. Dat is jezelf blinddoeken.
En straks aan te kloppen aan de hemelpoort en niet binnengelaten te worden. Want de hemel is geen hotel. In de hemel zal niets inkomen dat ontreinigt en gruwelijkheid doet en leugen spreekt; maar die geschreven zijn in het boek des levens des Lams.
Laten we onszelf niet verheffen boven de Korinthiers. Van huis uit zijn we allen, niemand uitgezonderd, haters van God en vijanden van Christus. Deze Gekruisigde en Opgestane levensvorst is de Joden een ergernis en de Grieken een dwaasheid. Wat hebben wij allen nodig? De Heere Jezus zegt het zelf: "Tenzij iemand wedergeboren is, hij kan het Koninkrijk Gods niet ingaan". Dat is de poort tot het eeuwige leven, de weg waarlangs de liefde van Christus tot ons komt en door ons wordt beantwoord: "Wij hebben Hem lief omdat Hij ons eerst heeft liefgehad". Buiten Christus is er de vervloeking, de toorn Gods. In Christus de zegen, het gezegende van de Vader te zijn.
Want Christus werd een vervloeking. De straf die ons de vrede aanbrengt was op Hem. En door de dwaasheid der prediking behaagt het de Heere zalig te maken die geloven. Gods volk mag roemen in de verkiezende liefde van de Vader, de verzoenende liefde van de Zoon en de trekkende en heiligende liefde van de Geest.
De liefde van Christus komt openbaar in het bewaren van Zijn geboden.
Indien iemand de Heere Jezus Christus niet liefheeft. Iemand. Dat is heel persoonlijk. De vraag kan daarom gesteld worden: hebt u de Heere Jezus lief? Niet opper¬vlakkig en goedkoop is die vraag bedoeld. Maar hartgrondig. De Heere geeft een onbedrieglijk teken hierin, dat men Zijn geboden bewaart. Om de liefde gaat het. Want al zouden we alles doen voor de kerk en de naaste, en de liefde ontbrak, dan missen we alles en liggen we onder de vloek (1 Kor. 13).
Paulus besluit zijn vermaan met: Maranatha.
Dat betekent: de Heere komt. Christus komt als Rechter om te oordelen de levenden en de doden. Hij komt om de schapen van de bokken te scheiden. Hij komt met Zijn vervloeking over allen die niet wilden buigen voor Jezus, de Christus der Schriften. Maranatha. Dat is een waarschuwing opdat we zouden ontvlieden de toekomstige toorn. Mara¬natha. Het is ook een bemoediging voor Christus' bruids¬kerk. Hij komt terug om haar voor eeuwig thuis te halen. Maranatha. Het is ook een opwekking om waakzaam te zijn. Want Hij komt met haast. Hij zegt het: Ik kom haastiglijk. Amen. Ja, kom, Heere Jezus! Maranatha! De genade van onze Heere Jezus Christus zij met u allen. Amen.
Ds.A.J. Schalkoort