1 Koningen 19:8: “Zo stond hij op, en at en dronk; en hij ging door de kracht derzelver spijze veertig dagen en veertig nachten, tot aan den berg Gods, Horeb.”
Wat we bij Elia tegenkomen in 1 Koningen 19, zouden we vandaag misschien een burn-out noemen. Na de krachtmeting met de Baälprofeten op de Karmel en de doodsbedreiging door Izebel wordt hij bang en vlucht hij de woestijn in. Levensmoe verzucht hij tegen de HEERE: “Het is genoeg geweest.” Nadat de engel van de HEERE hem nieuwe kracht geeft, trekt Elia veertig dagen verder tot aan de Horeb. Daar lucht hij opnieuw zijn hart tegenover de HEERE, in vers 10, dat hij alleen is overgebleven, en ze het ook op zijn leven hebben voorzien. In het vorige hoofdstuk ging het over ‘de rest’; de voortgang van Gods plannen lijkt vaak in de handen te liggen van een klein overblijfsel met wie God verdergaat. Zo voelt het voor Elia. Alles rust op zijn schouders, en hij bezwijkt eronder. Hoeveel kun je dragen als geestelijk leider?
Voor vervolgde christenen is soms niet per se de vervolging het zwaarst, maar de eenzaamheid. Het gevoel de strijd alleen te voeren, zonder andere mensen. En erger nog: voor het gevoel ook zonder God. Andrew Bruno, de Amerikaanse predikant die vanaf oktober 2016 in de cel zat in Turkije, beschreef zijn eenzame strijd. Hoe hij worstelde om niet zijn verstand en zijn geloof te verliezen. Hoe hij door wanhoop en paniek soms suïcidaal werd. Niet dat hij om zijn geloof vervolgd werd, schokte hem – daar was hij op voorbereid. Waar hij niet op was voorbereid was het gevoel van verlatenheid. Hij had niet verwacht dat kracht en genade in hem zouden stromen, maar dat gebeurde niet. Hij stond er alleen voor.
Dezelfde eenzame strijd zien we bij Johannes de Doper, wanneer hij in de gevangenis komt en zijn diepste twijfels voorlegt aan de Heere Jezus. We zien de eenzame strijd zelfs bij de Heere Jezus zelf, wanneer Hij veertig dagen verzocht wordt in de woestijn, helemaal alleen. En wanneer Hij Zijn doodsstrijd voert in Getsémané: “Laat deze drinkbeker aan Mij voorbijgaan.” (Mat. 26:39) Alles rust op Zijn schouders, en bijna bezwijkt Hij eronder. Al te gemakkelijk kunnen we soms deze strijd wegpoetsen met vrome woorden, bang als we zijn voor het lijden: “Het komt goed, God is erbij, Hij zal je wel kracht geven.” Met onze eigen hulpeloosheid in het geloof kunnen we soms moeilijk overweg. Andrew Bruno voelde in zich vragen opkomen over Gods liefde en trouw. Tot hij op het punt kwam dat hij merkte dat God vragen had voor hém: “Zul jij nog van Mij houden en Mij trouw blijven, zelfs als je je verlaten en teleurgesteld voelt?” Kun je God vasthouden, ook als je niet ervaart dat Hij jou vasthoudt?
Een van de stemmen uit de lijdende kerk is die van kerkleider Ajith Fernando uit Sri Lanka. In zijn boek Vreugde vermengd met pijn stelt hij dat het de roeping is van een voorganger om te lijden. Als je aan mensen toegewijd bent, zul je pijn lijden, zegt Fernando. In westerse kerken worden lijden en pijn opgevat als signalen dat je verkeerd bezig bent, zegt hij, terwijl in niet-westerse kerken juist wordt ervaren als de prijs voor een effectieve bediening. Sri Lanka, zo gaat hij verder, is een land dat in de laatste decennia veel pijn heeft gekend: oorlog, revolutie, tsunami, epidemieën en christenvervolging. Maar de grootste pijn wordt veroorzaakt door problemen in relaties. Het is de pijn die voortkomt uit toewijding aan mensen – frustratie, ongemak, gekwetstheid en vermoeidheid. En die pijn zullen christenen ervaren, waar ter wereld ze ook leven. Fernando spreekt zelfs over het vermogen om te kunnen sterven voor degenen voor wie we geroepen zijn: ons gezin, onze kerk, ons zendingsveld. Alleen als je als voorganger zó toegewijd bent, zullen je gemeenteleden dat ook worden.
Fernando is zich bewust van het risico opgebrand te raken. Dat zal niet gebeuren, zegt hij, als je holistisch leeft, als je gedreven wordt door de liefde van God, die dagelijks vernieuwd wordt in Zijn aanwezigheid. Zo’n holistische leefwijze kent niet alleen stress en lijden, maar ook vreugde te midden van lijden. En die vreugde weegt zwaarder dan het lijden. Hoeveel kun je dragen als geestelijke leider? Dat is een vraag waarop ieder voor zichzelf antwoord zal moeten geven. Helpt de stem van Fernando ons om daarin een weg te vinden? Wat betekent een holistische leefwijze dan voor een Nederlandse kerkleider (of wie dan ook die in Gods Koninkrijk dient, in de gemeente of daarbuiten, DAP)? Misschien niet onnodig de last alleen dragen, de mogelijkheden van teamwork goed benutten.
Soms gebeurt het wonder dat in de eenzame strijd Gods genade opeens ervaren wordt. Alexander Ogorodnikov, die als christen in de Sovjet-Unie gruwelijk en in eenzaamheid vervolgd werd, maakte dat mee. Hij zat in de Russische winter in een ijskoude cel. En toch had hij het warm, zo gaat het verhaal. Een Godswonder, dat hij toeschreef aan de gebeden die voor hem werden opgezonden. Ook Elia maakte zulke wonderen mee. Eerst doordat een engel van de HEERE hem nieuwe kracht geeft door eten en drinken. Daarna bij de Horeb, de godsopenbaring in het zachte suizen van de wind. En dan ook in zijn perspectief op de realiteit dat God herstelt in 1 Koningen 19: “Je bent niet alleen, Elia, Ik heb er nog zevenduizend.” Ook Johannes de Doper krijgt in zijn eenzame geloofsstrijd antwoorden van de Heere Jezus: “Ja, Ik ben Degene Dei komen zou.” En Christus Zelf wordt na veertig dagen in de woestijn door engelen bediend. En in Zijn doodsstrijd in Getsémané komt een engel van de Heere om Hem kracht te geven.
We weten van één strijd van een lijdende Leider, die in totale verlatenheid werd uitgestreden, in de drie uren duisternis aan het kruis. Dat was de hel. Christus is door God verlaten, zodat God ons zou aannemen en Hij ons nooit meer zou verlaten. Niets zal ons kunnen scheiden van Zijn liefde. Liefde die we uit de hand van de Engel van de HEERE mogen aannemen in de vorm van brood en wijn. Vreugde, vermengd met pijn.
Willem van der Deijl
Uit: Lijden met Christus, een theologie van vervolging voor de kerk vandaag.
Ds. D.A. Pater