‘Want zie, gij zult zwanger worden, en een zoon baren, op wiens hoofd geen scheermes zal komen, want dat knechtje zal een Nazireeër Gods zijn, van moeders buik af; en hij zal beginnen Israël te verlossen uit der Filistijnen hand.’ - Richteren 13:5
Herhaaldelijk komt in het boek Richteren dat zinnetje naar voren: doen dat kwaad was in de ogen van de HEERE. Die ogen zijn bepalend. Wij hebben vaak onze eigen blik op de werkelijkheid. Wij kunnen denken dat we iets goed doen, terwijl het kwaad is in Gods ogen. Zonde is dus niet dat wat wijzelf als zonde zien of ervaren, zoals tegen je geweten ingaan of persoonlijke normen en waarden schofferen. Nee, zonde bestaat in het overtreden van Gods wil, Gods wet. Dit is volop aan de hand in Richteren 13. En zonde is nooit zonder gevolgen. Dat blijkt ook voor Israël, de Filistijnen komen het land onderdrukken. Ook in Simsons leven blijven de zonden niet zonder gevolgen. Denk maar aan zijn gevangenschap, vernedering en blindheid. Maar God leunt niet achterover ook al is het eigen schuld. Dat geldt Zijn volk en dat geldt ook Zijn dienstknecht Simson.
In de hopeloze omstandigheden van 40 jaar onderdrukking gaat Hij ingrijpen. Opnieuw. Daarmee is de geschiedenis van Simson er één van Gods genadige ontferming over Zijn volk. Manoach en zijn vrouw zullen een zoon krijgen. Een bijzondere zoon, want hij zal een Nazireeër zijn die apart gezet wordt vanaf zijn geboorte en hij zal beginnen om het volk te verlossen uit de hand van de filistijnen. Gods bijzondere hulp en bijstand gedurende een cruciale periode, dat is het doel van het Nazireeërschap. Het intens van God verwachten, gefocust op Hem.
Het is onvoorstelbaar dat God gaat ingrijpen! In een geesteloze tijd, waarin iedereen maar doet dat goed is in eigen ogen, blijkt Hij de God van het onmogelijke te zijn. Ook al omdat Manoach en zijn vrouw onvruchtbaar zijn.
Ondertussen leren wij hier over Gods weg. Is het niet opvallend dat God in de Bijbel nogal eens door onmogelijke omstandigheden heenwerkt om Zijn plan uit te voeren? In dat opzicht wijst deze geschiedenis heen, naar de meest onmogelijke ontvangenis, die van Jezus Christus. Gods werk door het bestaan van een kind dat menselijk gesproken onmogelijk is.
Izak, Samuel en Johannes de Doper zijn voorbeelden, maar het heerlijkste voorbeeld is toch Jezus Christus zelf. Dit is als het gaat om de heilsgeschiedenis zo, maar niet minder geldt dat de heilsorde. In een geesteloos hart, in een leven waarin de norm wordt bepaald door wat ‘goed voelt’ breekt God met Zijn genade in. Door het onmogelijke heen. Dat biedt hoop! Voor onszelf, maar ook voor hem of haar die wij niet meer kunnen bereiken. Die zoon of dochter waarvan de vader of moeder denkt: ‘Hoe kan het toch dat hij of zij niet meer aanspreekbaar lijkt te zijn?’ Er zijn krachtige voorbeelden van God Die Zijn genade heerlijke te voorschijn laat komen in vastgelopen en gesloten levens. Ten diepste is ieder leven vastgelopen en is ieder mens ongevoelig voor Gods genadige liefde in Christus. Maar keer op keer blijkt hoe Gods genade zondaren naar Zich toetrekt en ruimte maakt voor de dienst aan Hem. ‘Leer mij o God van zaligheden, mijn leven in Uw dienst besteden’ wordt het verlangen van een ieder die niet meer loskomt van Hem. Als wij zien met Wie wij te maken hebben, komen wij onder de indruk van Zijn heerlijkheid en dienst. Liefde tot Christus, komt tot uiting in liefde tot een leven waarin Hij verheerlijkt wordt. Hoopvol en ook verwachtingsvol mag ons leven zijn als wij zien op de kracht van Gods genade en Geest.
De levensgeschiedenis van Simson is er een van hoogten en diepten. Het ene moment zal hij een onoverwinnelijke strijder lijken te zijn en het andere moment zinkt hij weg. Altijd weer worden we geroepen om voorbij mensen te zien op Christus Zelf. Zijn leven is vol van onderwijs waarin de oproep tot geloof en bekering klinkt. De aard van het koninkrijk van God komt onder andere in de gelijkenissen helder en duidelijk naar voren. Hij roept op het tempelplein: ‘Zo iemand dorst, die komt tot Mij en drinke’ (Joh. 7). Hoe heerlijk is Zijn leven vol van de gehoorzaamheid aan de wil van Zijn Vader. Tot in de dood aan het kruis, doet Hij het werk dat de Vader Hem gegeven heeft. De verlossing van het volk uit de banden van de dood, heeft Hij tot stand gebracht. Zonde en schuld heeft Hij weggedragen op het kruishout van Golgotha. Daarin ligt volkomen verlossing en bevrijding. Van die verlossing heeft ook Simson het moeten hebben. God riep hem om te dienen. Dat is een dienst geweest vol zonden en gebreken. Dat kan van Christus niet gezegd worden! Hij toont Zich in volmaakte toewijding en zondaarsliefde. Laten wij het daarom zoeken bij Hem en zien op Hem. Zodat Hij door het geloof ons alles zal zijn en wij met al onze zonden en schuld bij Hem mogen wegschuilen. Geborgen in Zijn volkomen offer!
Ds. J.A. Kloosterman