Dagelijks Woord

Meer over Gemeente

Meditatie 'de liefde van de gekruisigde Christus'

24 februari 2025

Gelijkerwijs ook Christus ons liefgehad heeft en Zichzelf voor ons heeft overgegeven, tot een offerande en een slachtoffer, Gode tot een welriekende reuk.
Efeze 5: 2b

Jan van Schaffelaar
U hebt vast het beeld van Jan van Schaffelaar in Barneveld gezien. Het staat voor de Oude Kerk. Jan van Schaffelaar stierf op 16 juli 1482. Het was de tijd van de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Jan van Schaffelaar was een Kabeljauwse ruiteraanvoerder. Op 16 juli 1482 werd hij in een hinderlaag gelokt door de Hoeken. Hij vluchtte met zijn manschappen in de toren van de Oude Kerk van Barneveld. De vijand wilde dat Jan van Schaffelaar zou worden uitgeleverd, dan konden de anderen vrijuit gaan. Zijn maten weigerden dit, hoewel dat betekende dat ze allemaal zouden omkomen. Toen sprak Jan van Schaffelaar deze woorden: ‘Lieve metgezellen, ik moet evengoed een keer sterven en ik wil u niet tot last zijn.’ Vervolgens sprong hij van de toren af. Hij overleefde die val, maar werd direct door de Hoeken gedood.
Waarom deed hij dat? Hij offerde zich op voor zijn vrienden. Een heldendaad waarvan vandaag nog gesproken wordt. Uit zijn woorden komt overigens ook iets naar voren van noodlot, het is niet anders, ik wil niet tot last zijn.

Jezus Christus
Iets minder dan 1450 jaar eerder liep er een Man door Jeruzalem. Hij is gegeseld en draagt een doornenkroon. Het bloed vloeit uit Zijn wonden. Hij draagt Zijn kruis tot Simon van Cyrene het moet overnemen. Zijn vrienden? Die hebben Hem verlaten. Hij is omgeven door soldaten en huilende vrouwen, die roepen, huilen en klagen. Hij moet weg uit Jeruzalem. Als een verachte. Weg uit de stad van Zijn voorvader David. Weg bij de tempel van God, Zijn Vader. Op Golgotha aangekomen kruisigen zij Hem. Hij wordt bespot, uitgelachen. En Hij? Hij denkt aan Zijn moeder, aan de moordenaar naast Hem die om genade bidt, Hij strijdt in de duisternis, maar overwint en roept: ‘Het is volbracht.’ Zijn dood geeft de Zijnen het leven.
Waarom deed Hij dat? Niet uit een soort noodlotsgedachte. Hij wilde Zichzelf geven. Waarom? Paulus schrijft: uit liefde. Niet voor vrienden, maar voor vijanden (vgl. Rom. 5: 10). Voor zondaren, op wie de toorn en het oordeel van God rust. Gods toorn die in het bijzonder zichtbaar wordt op Golgotha. Maar Hij wilde niet anders. Uit liefde tot de Vader en Zijn eer. En uit liefde voor de Zijnen (Joh. 13: 1).

Slachtoffer
Uit liefde gaf Hij Zich over tot een slachtoffer en offerande Gode tot een welriekende reuk. De woorden ‘offer en slachtoffer’ zien op alle soorten van offers in het Oude Testament. Denk aan gewassen en dieren. Offers die vooruitzagen naar het ene offer dat Christus bracht. Dat offer was Hijzelf, schrijft Paulus. Dat is voor God tot een welriekende (goed ruikende) reuk. In het Oude Testament werd daarmee bedoeld dat het offer voldoende is. Hier betekent het dus dat Christus’ offer volkomen is. Hij offerde Zijn hele leven in dienst van Zijn Vader tot in de dood toe. En dat is voor God aangenaam en voldoende. Niet omdat Christus zondaar was. Maar opdat zondaren in Hem vrij zouden zijn van schuld en straf. Het offer van Christus is genoeg. Daar mag en daar hoeft niets bij.

Voor ons
Paulus zegt er nog wat bij. Hij spreekt niet maar wat in het algemeen. Hij zegt: ‘voor ons’. Daar gaat het om. ‘Voor ons’ is geen algemene uitspraak, als een soort vanzelfsprekendheid. Daarmee zouden we de verwondering verliezen. ‘Voor ons’ is een geloofsuitspraak. Luther heeft er op gewezen dat het in het geloof gaat om bezittelijke voornaamwoorden: mij en ons. Zoals Paulus in Galaten 2: 20: ‘Dat leef ik door het geloof van de Zoon van God, Die mij liefgehad heeft en Zichzelf voor mij heeft overgegeven.’ Voor mij. Dan gaat de zonde zwaar wegen, want het is mijn zonde. Zonde die God van Zijn eer en heerlijkheid wil beroven. Die meer op heeft met zichzelf en andere dingen dan met Hem. De zonde weegt zwaar, zo zwaar dat het oordeel van God een oordeel is, dat ik heb verdiend. Het is het oordeel over mij. Die van nature geen welriekende reuk ben, maar onrein en onaangenaam voor de Heilige God. Zouden we niet huiveren, als we daar iets van beseffen?! Wat valt er dan nog te hopen? Paulus spreekt van Hem, Die verloren zondaren opzoekt. Opdat we ons met al onze nood tot Hem wenden in het gebed om Zijn genade. Wat een wonder als het klinkt: ‘Ik voor u daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven.’ Hij bracht aan een volkomen gerechtigheid. Het geloof spreekt verwonderd: niet alleen voor anderen, maar ook voor mij (Zondag 7 Heid.Cat.).

Dierbaar
Is Hij u dierbaar? Met minder kan het niet toe. Petrus zegt: ‘U dan die gelooft, is Hij dierbaar.’ Dierbaar wil zeggen: kostbaar, van (onschatbare) waarde. Hij is van onschatbare waarde, waar Hij ons leven is geworden, onze Zaligmaker en verlosser, die Zichzelf gaf in de dood. O, Liefde, die om zondaars te bevrijden, zo zwaar wilde lijden!

Waar we op Hem zien, is er niets anders over dan verwondering en vreugde in Hem. Wat is Hij oneindig waardevol! Wat een genade en liefde! Het is liefde dat de Vader Zijn Zoon gaf. Het is liefde dat de Zoon Zichzelf overgaf. Het is liefde dat de Heilige Geest dat werk toe-eigent. Het is liefde dat Hij trok, eeuwige liefde, anders was ik Hem nog voorbijgeleefd. Het is liefde dat Hij mij vasthoudt en bij Zijn liefde houdt. Is Hij u zó dierbaar? Onbegrijpelijk wonder. Zoals iemand zei:
Onbegrijpelijk dat Hij dat dééd.
Onbegrijpelijk dat Hij dat deed vóór mij.
Maar Hij deed het!

Dat ligt vast in Zijn Hand en ligt vast in Zijn hart. Laten we de Heere bidden dat we voor het eerst, maar ook steeds meer gegrond en geworteld worden in Zijn liefde ‘opdat gij ten volle kon begrijpen met al de heiligen, welke de breedte, en lengte, en diepte, en hoogte zij, en bekennen de liefde van Christus, die de kennis te boven gaat, opdat gij vervuld wordt tot al de volheid van God. Efeze 3: 17-19). Verlangen naar Hem, om Zijn liefde te proeven, Hem lief te hebben en te dienen. Hef ons hoofd omhoog, Heere. Weg van mijzelf, buiten mijzelf tot U. Om uw gunst te aanschouwen. Want beter dan dit leven is Uw goedertierenheid (Psalm 63).
Ds. A. Kos

  • © hersteld hervormde kerk 2025

Heeft u vragen over het geloof?

Open Sluit