Dagelijks Woord

Meer over Gemeente

Meditatie 'Alleen roemen in het kruis'

07 februari 2025

Galaten 6:14: “Maar het zij verre van mij, dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onze Heere Jezus Christus; door Welken de wereld mij gekruisigd is, en ik der wereld.”

Paulus is bijna aan het einde van zijn brief gekomen. Fel heeft hij de zogenaamde leraars ontmaskerd—zij die een mooi gezicht wilden tonen voor het vlees. Ze eisten van de gelovige heidenen dat zij zich lieten besnijden. Maar Paulus zegt: “Dan moet je de hele wet houden, voor de volle honderd procent.”
Deze leraars konden meeslepend spreken en waren in staat heidenen over te halen dit te doen. Het leek namelijk een groot voordeel op te leveren: je zou niet langer vervolgd worden door de Romeinse overheid. De Romeinen waren tolerant jegens de Joodse godsdienst, omdat die als een oude godsdienst werd beschouwd. Maar volgde je Jezus, dan werd dat gezien als een nieuwe godsdienst. De Joden bevestigden dat, als je je niet liet besnijden, het inderdaad een nieuwe godsdienst was. En deze moest, volgens de Romeinen, worden bestreden, want die bracht alleen maar onrust in de samenleving.
De Joden zeiden: “Laat je besnijden, dan hoor je bij ons. Er is niets mis met je geloof, en het levert je een enorm voordeel op: de overheid zal je niet vervolgen.” Maar Paulus zegt: dit is een vleselijke gedachtegang. Een schoon gelaat tonen naar het vlees: “Alleen opdat zij vanwege het kruis van Christus niet zouden worden vervolgd.” De wet houden om van het kruis verlost te worden—dat is een omkering van de waarheid. Je kunt de wet helemaal niet houden. Je komt opnieuw onder de vloek en de veroordeling te liggen. Het is juist andersom: ik houd mij vast aan het kruis alleen, om van de vloek van de wet bevrijd te worden. En ja, dat brengt vervolging met zich mee, maar dat is het me waard.
“Maar het zij verre van mij dat ik zou roemen, anders dan in het kruis van onze Heere Jezus Christus.” Het kruis betekent het einde van al mijn mogelijkheden en inspanningen om verlossing te verdienen. Dat moeten de Joden toch weten? Christus droeg toch onze zonde en vloek, juist omdat wij op geen enkele andere manier daarvan bevrijd konden worden? Telkens als wij naar het kruis kijken, lijkt Christus ons te zeggen: “Ik ben hier om jou. Het is jouw zonde die Ik draag, jouw vloek waaraan Ik lijd, jouw schuld die Ik betaal, jouw dood die Ik stierf.”
Er is niets in deze wereld dat ons zo op onze plek zet als het kruis. Wij zijn van nature veel te zelfingenomen, op allerlei manieren. Maar wanneer wij voor het kruis staan, wordt onze trots gebroken. We houden daar niet van, maar het is een bevrijding uit de leugen: een blik op en in deze waarheid – het kruis van Christus – zal u vrijmaken. Het kruis vertelt ons dat bij God vandaan de weg naar Hem geopend is voor zondaren. Dat er slechts één weg terug is naar Gods Vaderhart: dat je gelooft dat het vertrouwen op het offer van Christus de enige weg is om thuis te komen bij God; dat je alleen met Hem—maar dan ook zeker! —bij God kunt aankomen. Geen gram van ons erbij. Het kan niet. Het hoeft niet. Dat is bevrijdend.
Bij het kruis is ruimte om te bidden: “O God, wees mij, zondaar, genadig.” En daar ga je van Godswege gerechtvaardigd naar huis. Want God is tevreden met hen die tevreden zijn met Jezus. Bij wie de eigenroem op de lippen bestorven is in het zien op het kruis, en niet anders roemen dan in het kruis van onze Heere Jezus Christus. Omdat je mag weten: Hij heeft mij van de macht van de zonde verlost, en uit de heerschappij van de duivel bevrijd. Ik ben nu van Hem!
We kunnen niet tegelijk roemen in het kruis en in onszelf. We moeten kiezen. Alleen zij die weten dat er van hun kant niets meer van te maken valt, zullen het opgeven om in zichzelf te roemen. Zij zullen vluchten naar het kruis om door Christus verlost te worden en om de rest van hun dagen te besteden aan het roemen in het kruis.
De wereld krijgt dan een andere plek in je leven. Ze wordt een plek van ‘onderweg zijn’. Ons thuis ligt nu bij God, en straks in het Vaderhuis. Als wij onszelf hebben erkend als zondaar en Christus als de Gekruisigde, als onze Zondedrager, dan wordt het niet meer bepalend wat de wereld van ons denkt. “De wereld is voor mij gekruisigd, en ik voor de wereld.” Zeg het dan maar: “Ik ben van een nieuwe schepping, van een andere orde, al leef ik nog in de wereld; al word ik verdrukt, vervolgd, over mij zal vrede en barmhartigheid zijn.” (vers 16).
Ds. D.A. Pater
Ederveen

  • © hersteld hervormde kerk 2025

Heeft u vragen over het geloof?

Open Sluit